Je wil een foto van jezelf en je beste vriend op het internet plaatsen, maar je weet niet als dit wel mag van je beste vriend. Wat doe je?
- Je plaatst de foto toch.
- Je plaatst de foto toch en vraagt aan je vriend als het mag.
- Je vraagt het eerst aan je vriend als je de foto op het internet mag plaatsen
Mijn wachtwoord:
- Wachtwoorden deel ik enkel met familie en mijn allerbeste vrienden.
- Mijn wachtwoord houd ik enkel voor mezelf.
- Ik neem overal hetzelfde wachtwoord. Zo vergeet ik het zeker niet.
Wat is een goed wachtwoord?
- Een wachtwoord dat ik niemand kan raden.
- Een wachtwoord dat ik goed kan onthouden.
- Een wachtwoord dat grappig is.
Op een netwerksite (facebook, twitter, netlog, msn)
- Op een netwerksite (facebook, twitter, netlog, msn) voeg ik iedereen doe die ik wil. zo leer ik nieuwe mensen kennen.
- Voeg ik alleen maar mensen doe die me interessant lijken.
- Voeg ik alleen maar mensen toe die ik in het echte leven ook ken.
Welke uitspraak is fout?
- Je mag je persoonlijke gegevens nooit zomaar op internet zetten.
- Als je je gegevens op internet zet, kan alleen jij ze lezen.
- Op het internet zijn er mensen die je gegevens willen stelen.
Je bent een spelletje aan het spelen wanneer er plots een schermpje verschijnt waarop staat dat je iets gewonnen hebt. Wat doe je?
- Op het schermpje klikken, want je hebt iets gewonnen.
- Je stuurt het door naar je vrienden, dan kunnen ze ook iets winnen.
- Je sluit en gaat naar een andere site, wat je weet dat het niet echt kan zijn.
Ik mag foto's bewerken en terug op het internet zetten, omdat ik dit grappig vind. Duid aan wat juist is.
- Ja, zo kunnen andere mensen meelachen.
- Neen, ik weet de reactie van de andere niet. En misschien zou de persoon dit niet leuk vinden.
- Niemand zal weten dat ik de foto online zet, dus ik mag doen wat ik wil.
Internet. Duid aan wat fout is.
Ik zie dat er kwetsende opmerkingen gemaakt werden op het internet over een klasgenoot. Wat doe ik?
- Ik doe mee met de groep en post ook een negatieve reactie.
- Ik vertel het aan mijn ouders.
- Ik vertel het op school aan een leerkracht.
- Ik zwijg en vertel het aan niemand.
computer, webcam,.. wat is juist?